Projecten
Second Wave Education Foundation heeft in Togo en Niger lokale organisaties opgezet die op diverse fronten actief zijn. Hieronder staan enkele projecten uitgelicht.
Boerengemeenschap in Notsé
Burgemeester Adaïsso Kossi van het stadje Notsé heeft Hasan en zijn team gevraagd de scholen in Notsé te ondersteunen met PetitPouss. Notsé is een plattelandsgemeente, ligt 80 kilometer ten noordoosten van de hoofdstad Lomé en er zijn weinig voorzieningen.
De burgemeester is blij met de komst van het PetitPouss team. “Notsé is een boerengemeenschap. Onze kinderen verdienen extra aandacht. Want heel vaak moeten ze meehelpen op het land waardoor ze achterstand oplopen. Terwijl juist zij goed onderwijs moeten volgen. Ons land heeft opgeleide kinderen nodig, geschoolde boerenkinderen. Want landbouw is de allerbelangrijkste bedrijfstsak; zonder landbouw geen voedsel”.
Hardware
We beginnen met een train de trainer programma, op een van de scholen in Notsé zelf. Zodat ze snel helemaal zonder ons kunnen draaien. Het programma is bedoeld voor de leerkrachten die klassikaal met PetitPouss gaan werken. Vijf scholen doen mee met in totaal een kleine 1000 leerlingen, verdeeld over de vier groepen. De volgende uitdaging is zorgen voor voldoende hardware.


Basisschool Binéta, Niamey
De eerste school waar in Niamey mee is gewerkt is Basisschool Binéta. Binéta geeft aan 181 kinderen basisonderwijs. In groep 8 zitten 32 kinderen die aan het eind van het jaar een examen moeten doen. Enigszins vergelijkbaar met onze Cito toets. Met één groot verschil: als de kinderen het examen niet halen, eindigt hier hun onderwijs ‘carrière’.
Dit gegeven geldt in nagenoeg alle Franstalige Afrikaanse landen en lag aan de basis van de ontwikkeling van P’titPouss. Het onderwijs in de landen is gebaseerd op het systeem van de vroegere kolonisator Frankrijk. En het niveau van het Frans dat de leerlingen hier krijgen, is niet goed genoeg om de toets te maken. Met het digitale onderwijspakket P’titPouss, kunnen we hier een eind aan maken. Kinderen hebben tenslotte recht op onderwijs.

Mevrouw Mory van Binéta heeft PetitPouss omarmd en ook haar school heeft laptops gekregen van DHL.
Basisschool Goudel Gorou, Niamey
Net buiten Niamey ligt de school Goudel Gorou. De school heeft geen elektriciteit en er zijn drie leerkrachten voor 250 leerlingen. De kinderen van de Beatrixschool in Haarlem hebben met de sponsorloop voor PetitPouss zoveel geld opgehaald dat we er met de opbrengst een kleine computerruimte kunnen laten bouwen, met zonnepanelen. Met 25 laptops of tablets, een projector en de nieuwe kracht krijgen de kinderen van groep 5 t/m groep 8 goed onderwijs. De kinderen van Goudel Gorou kunnen niet wachten om te leren over computergebruik en aan de slag te gaan met PetitPouss.
Eind november vertelde Baud er over PetitPouss, buiten onder een boom. Directeur Balkissa Alkouara (rechts op de foto) vroeg of hij wel wist dat er geen elektriciteit is, en dat de kinderen uit heel arme families komen waar geen geld is voor een tablet of smartphone. Baud: “Ik kon haar verzekeren dat wij alles op alles zouden zetten om deze school op de digitale kaart te zetten”.

Op de bres voor doven en gehandicapten
In Togo zijn de eerste contacten gelegd met dovenschool Ephphata (Hebreeuws voor ‘Stel jezelf open’). In Niamey zijn gesprekken gevoerd met een jongetje in een rolstoel. Gehandicapten in Afrikaanse landen hebben het niet makkelijk. De teams in beide landen gaan er speciale projecten van maken.
Leren zonder geluid
Hasan: “Dove kinderen hebben het erg lastig hier in Togo. Ze worden niet begrepen waardoor ze worden gezien als dom en achterlijk. Op de dovenschool Ephphata hier in Lomé hebben we eerste gesprekken gevoerd en de directeur is zó enthousiast. Hij wilde direct beginnen. Want PetitPouss kan je helemaal gebruiken zonder geluid. Ideaal dus”.
Speciale school
In Niamey sprak Baud een jongen in een rolstoel aan. Zijn broertje was zijn begeleider. Baud: “De jongen sprak moeilijk, maar ik begreep dat hij op een speciale school zat. Ik gaf de jongens mijn kaartje en binnen een uur had ik eerst de vader, toen de moeder, later een zus en een buurvrouw aan de lijn”.
Gehinderd door de taalbarrière, nam Mossi de gesprekken over. “Helaas bestond de school van de jongen niet meer. Maar was en is er een enorme behoefte aan. De ouders wilden graag verder praten om te kijken of we iets samen zouden kunnen doen. We hebben erover gesproken met mevrouw Mori, de directrice van de basisschool Binéta. Zij wil meedenken. Misschien kunnen we een PetitPouss voor kinderen met een gebrek opzetten”.
